Toppers leren efficiënt

Talent helpt, maar wie de top wil bereiken moet vooral efficiënt lerend naar zijn doel toewerken. Tienduizend uur trainen zorgt er niet voor dat sporters de top halen. Belangrijker is dat sporters zich voortdurend willen verbeteren en stap voor stap toewerken naar het realiseren van hun doel. Dat schrijft NRC Handelsblad zaterdag in een artikel over wetenschappelijk onderzoek naar topsporters. 'Doelgericht naar de top' is de kop boven het interessante NRC-artikel in de wetenschapsbijlage. Het schriftje van Ruud van Nistelrooy Dat talent alleen niet voldoende is, illustreert de krant aan de hand van topvoetballer Ruud van Nistelrooy. Er zijn betere voetballers dan Van Nistelrooy, maar door zijn lerende houding wist hij de top te halen. Zo vertelt zijn oud-trainer Foppe de Haan dat de voetballer in een schriftje consequent zijn verbeterpunten bijhield. Van Nistelrooy is een schoolvoorbeeld van een topsporter die zichzelf niet alleen duidelijke persoonlijke doelen stelt, maar ook achterhaalt wat hij moet bijleren om die doelen dichterbij te brengen, aldus Chris Visscher, hoogleraar jeugdsport in NRC. "Van Nistelrooy was geen supertalent à la Rafael van der Vaart. Maar hij heeft wel alles eruit gehaald." Ook beter op school Langlopend onderzoek van Visscher laat zien dat het vermogen om stap voor stap een leerdoel te bereiken absolute topsporters onderscheidt van de sporters die het net niet halen. De wetenschapper had al eerder ontdekt dat topsporters het op school "bovengemiddeld goed" doen. De verklaring? "Ze kunnen beter plannen. Ze denken actief na over wat er nodig is om goed te presteren", aldus Visscher. 10.000 uur-norm NRC schrijft ook over de 10.000 uur-norm van de psycholoog Anders Ericsson, vooral bekend geworden door de bestseller ‘Outliers' (vertaald als 'Uitblinkers’) van Malcolm Gladwell. Ook Ericsson heeft onderzoek gedaan onder topsporters. Volgens zijn theorie is veel oefenen noodzakelijk (zo'n 10.000 uur) om ergens goed in te worden. Zo simpel geformuleerd, werkt de 10.000 uur-norm niet, nuanceert Anders Ericsson. Want in de praktijk behalen veel topsporters deze 10.000 uren niet. "De sleutel is dat je meer moet oefenen dan je concurrenten." Meer rendement uit trainingen Overigens gaat het er volgens Ericsson ook om hoe iemand traint: niet routinematig, maar doelgericht. Zo kunnen topsporters meer rendement uit het oefenen halen dan anderen die dezelfde trainingsuren maken. En met deze nuanceringen past de 10.000 uren-regel van Ericsson weer bij de uitkomsten van het wetenschappelijk onderzoek onder Nederlandse topsporters. Of in de woorden van de Nederlandse wetenschapper: "Als je een beperkt aantal uren tot je beschikking hebt, dan kun je niet anders dan heel helder doelen stellen en analyseren hoe je die efficiënt kunt bereiken."

Efficiënt leren: Met zijn schriftje wist Ruud van Nistelrooy de top te halenTalent helpt, maar wie de top wil bereiken moet vooral efficiënt lerend naar zijn doel toewerken.

Tienduizend uur trainen zorgt er niet voor dat sporters de top halen. Belangrijker is dat sporters zich voortdurend willen verbeteren en stap voor stap toewerken naar het realiseren van hun doel. Dat schrijft NRC Handelsblad zaterdag in een artikel over wetenschappelijk onderzoek naar topsporters.

'Doelgericht naar de top' is de kop boven het interessante NRC-artikel in de wetenschapsbijlage.

Het schriftje van Ruud van Nistelrooy
Dat talent alleen niet voldoende is, illustreert de krant aan de hand van topvoetballer Ruud van Nistelrooy. Er zijn betere voetballers dan Van Nistelrooy, maar door zijn lerende houding wist hij de top te halen. Zo vertelt zijn oud-trainer Foppe de Haan dat de voetballer in een schriftje consequent zijn verbeterpunten bijhield.

Van Nistelrooy is een schoolvoorbeeld van een topsporter die zichzelf niet alleen duidelijke persoonlijke doelen stelt, maar ook achterhaalt wat hij moet bijleren om die doelen dichterbij te brengen, aldus Chris Visscher, hoogleraar jeugdsport in NRC. "Van Nistelrooy was geen supertalent à la Rafael van der Vaart. Maar hij heeft wel alles eruit gehaald."

Ook beter op school
Langlopend onderzoek van Visscher laat zien dat het vermogen om stap voor stap een leerdoel te bereiken absolute topsporters onderscheidt van de sporters die het net niet halen.
De wetenschapper had al eerder ontdekt dat topsporters het op school "bovengemiddeld goed" doen. De verklaring? "Ze kunnen beter plannen. Ze denken actief na over wat er nodig is om goed te presteren", aldus Visscher.

10.000 uur-norm
NRC schrijft ook over de 10.000 uur-norm van de psycholoog Anders Ericsson, vooral bekend geworden door de bestseller ‘Outliers' (vertaald als 'Uitblinkers’) van Malcolm Gladwell.
Ook Ericsson heeft onderzoek gedaan onder topsporters. Volgens zijn theorie is veel oefenen noodzakelijk (zo'n 10.000 uur) om ergens goed in te worden.

Zo simpel geformuleerd, werkt de 10.000 uur-norm niet, nuanceert Anders Ericsson. Want in de praktijk behalen veel topsporters deze 10.000 uren niet. "De sleutel is dat je meer moet oefenen dan je concurrenten."

Meer rendement uit trainingen
Overigens gaat het er volgens Ericsson ook om hoe iemand traint: niet routinematig, maar doelgericht.
Zo kunnen topsporters meer rendement uit het oefenen halen dan anderen die dezelfde trainingsuren maken. En met deze nuanceringen past de 10.000 uren-regel van Ericsson weer bij de uitkomsten van het wetenschappelijk onderzoek onder Nederlandse topsporters.

Of in de woorden van de Nederlandse wetenschapper: "Als je een beperkt aantal uren tot je beschikking hebt, dan kun je niet anders dan heel helder doelen stellen en analyseren hoe je die efficiënt kunt bereiken."

Doorsturen:

Neem een abonnement en download meer dan 300 actuele HR-instrumenten

Wilt u als HR-professional ook niks meer missen op uw vakgebied?