Wie vanaf langdurig werkloze aanneemt, of iemand met een arbeidsbeperking, kan door de regeling voor Lage Inkomensvoordeel (LIV) profiteren van lagere loonkosten. De regelingen worden echter geleidelijk versoberd en vervolgens afgeschaft.

 

Wijzigingen Loonkostenvoordeel, LIV en Jeugd-LIV

Het Lage-inkomensvoordeel (LIV) bestaat sinds 2017. Het LIV is een tegemoetkoming in de loonkosten aan werkgevers met als doel banen te creëren en te behouden voor werknemers aan de basis van de arbeidsmarkt. Met ingang van 2021 is de tegemoetkoming voor werkgevers per werknemer met een uurloon tussen de 100 en 125% van het minimumloon € 0,49 per uur en maximaal € 960 per kalenderjaar. Omdat het LIV bedoeld is om substantiële banen te creëren, behoren werknemers alleen tot de LIV-doelgroep als zij minimaal 1.248 uur per jaar gewerkt hebben.

Wetsvoorstel om LIV af te schaffen
Minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) heeft een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gestuurd om het lage-inkomensvoordeel (LIV) af te schaffen. Het LIV, bedoeld als tegemoetkoming in loonkosten voor werkgevers om mensen met een lage inkomens- of kwetsbare arbeidsmarktpositie in dienst te nemen en te houden, heeft volgens een effectevaluatie uit 2019 beperkt effect. Het geld dat vrijkomt door de afschaffing, wordt onder meer ingezet om het ‘loonkostenvoordeel doelgroep banenafspraak’ structureel te maken en de gevolgen van de afschaffing van het LIV voor de sociale werkvoorziening te verzachten.

Verruiming én afschaffing LKV
Het wetsvoorstel omvat ook een verruiming van de criteria voor het loonkostenvoordeel bij het herplaatsen van werknemers met een arbeidshandicap. Door de huidige voorwaarden komen minder werknemers hiervoor nu in aanmerking dan bedoeld. Met de verruiming kunnen werkgevers ook vaker loonkostenvoordeel ontvangen bij gedeeltelijke herplaatsing van deze werknemers in hun eigen functie of elders in het bedrijf.

Daarnaast zal het wetsvoorstel de geleidelijke afschaffing van het loonkostenvoordeel voor oudere werknemers omvatten, die per 1 januari 2026 ingaat. Deze stap volgt op de bevinding dat het voordeel voor ouderen beperkt is. Ter ondersteuning van senioren op de arbeidsmarkt wordt ingezet op verbetering van hun beeldvorming bij werkgevers en het vergroten van hun arbeidskansen.

Jeugd-LIV stopt ook
Het minimumjeugdloonvoordeel (Jeugd-LIV) bestaat sinds 2018. Het is geïntroduceerd ter compensatie van de verhoging van het minimumjeugdloon per 1 juli 2017 en per 1 juli 2019. Het Jeugd-LIV compenseert werkgevers tijdelijk voor deze loonkostenstijgingen. Het Jeugd-LIV is met ingang van 2020 (uitbetaling 2021) gehalveerd en wordt met ingang van 2024 (uitbetaling 2025) afgeschaft. Door de verlaging en afschaffing van het jeugd-LIV ontvangen werkgevers voor werknemers van 18 tot 21 jaar respectievelijk vanaf 2020 een lagere bijdrage en vanaf 2024 geen bijdrage meer voor de hogere loonkosten door de verhoging van het minimumjeugdloon per 2017 en 2019. Daarnaast dalen de uitgaven door de verlaging van de leeftijd die recht geeft op het reguliere minimumloon per 1 juli 2019, waardoor jongeren van 21 of jaar ouder niet meer in het Jeugd-LIV vallen.

De nieuwste wijzigingen kunt u vinden in het kennisdocument van de Rijksoverheid.

Verder lezen?

Word abonnee en krijg onbeperkt toegang tot alle artikelen

Dit artikel is afkomstig uit HR Tools & Extra’s van Personeelsnet.nl. Auteursrecht berust bij Personeelsnet Media BV, Rotterdam.